Box 3-heffing 2017 tot en met 2020: actie is niet nodig

Wetgeving box 3

Vanaf 2001: 1,2% box 3-heffing

Met de invoering van box 3 in 2001 kwam ‘beleggingsvermogen’ in box 3 terecht: over bezittingen minus schulden minus heffingvrij vermogen werd aangenomen dat je per saldo 4% rendement maakte. En daarover moest je 30% belasting betalen: 4%*30% = de bekende 1,2% box 3-heffing. Dit leek toen heel redelijk. Voor mensen met vastgoed was box 3 zelfs goedkoop.

Vanaf 2017: standaard beleggingsmix

Toen het rendement op spaarrekeningen lager werd, kwam er kritiek op box 3. Vanaf 2017 werd daarom de 4% rendement wat genuanceerd. Van spaarrekeningen werd aangenomen dat deze een bepaald lager rendement hadden dan beleggingen.  Verder werd een standaard beleggingsmix ingevoerd: lagere vermogens zouden grotendeels op spaarrekeningen staan, hogere vermogens grotendeels worden belegd. Op deze manier betaalden mensen met hogere vermogens relatief meer belasting. Met ingang van 2021 werd het tarief 31%.

Hoge Raad: geen rechtsherstel

Inmiddels werd regelmatig geprocedeerd over box 3. De Hoge Raad oordeelde echter alleen in heel uitzonderlijke gevallen dat de box 3-heffing niet terecht was. In 2019 oordeelde de Hoge Raad wél dat de box 3 heffing in strijd was met internationaal recht, maar rechtsherstel werd aan de wetgever over gelaten.

 

Kerstarrest: box 3-heffing over werkelijk rendement

Op 23 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-wetgeving vanaf 2017 niet door de beugel kon én gaf hij hierbij aan hoe het wel zou moeten: belastingheffing over het werkelijk gerealiseerd rendement.

 

Rechtsherstel op basis van forfaitaire rendementen

Bezwaarmakers: geld terug

Iedereen die een bezwaarprocedure had lopen kreeg op basis van dit arrest box 3-heffing terug. Omdat rekening houden met het werkelijke rendement te bewerkelijk was, hield de Belastingdienst hierbij rekening met: forfaitair bepaalde rendementen op spaargeld, overige bezittingen en schulden, toegepast op de werkelijke vermogensmix.

Aanslagen niet definitief: Belastingdienst rekent met goedkoopste regeling

Ook bij andere aanslagen die op 23 december 2021 nog niet definitief vaststonden, werden/worden aanslagen volgens deze methode berekend. Echter alleen als de rechtsherstel-methode gunstiger uitpakt dan de wettelijke regeling. De rechtsherstelmethode is goedkoper als je vermogen grotendeels uit spaarrekeningen bestaat. Als je vermogen voornamelijk uit vastgoed of aandelen bestaat is de wettelijke regeling waarschijnlijk beter.

 

Niet-bezwaarmakers geen compensatie

Er waren ook veel belastingplichtigen die geen bezwaar hadden gemaakt tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020.  Eerst leken zij ook compensatie te krijgen, hun aanslagen waren immers óók op basis van onrechtmatige box 3-wetgeving opgelegd. Op Prinsjesdag besloot het kabinet echter, gezien alle inmiddels opgekomen crises, dat er geen compensatie komt.

 

Verzoek ambtshalve vermindering

Ambtshalve vermindering tot vijf jaar terug

Als je een definitieve aanslag wilt laten verminderen, moet je een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Dit kan tot vijf jaar na het betreffende belastingjaar, dus voor een aanslag 2017 kan dit nog tot en met 31 december 2022.

Geen vermindering na nieuwe jurisprudentie

Het is echter vaste jurisprudentie dat het ‘om’ gaan van de Hoge Raad alleen gevolgen heeft voor aanslagen waarvan de bezwaartermijn nog niet is verstreken. De Hoge Raad zei 20 mei 2022 dan ook dat compensatie van niet-bezwaarmakers niet verplicht is.

Weinig kans op teruggaaf maar toch verzoek door niet-bezwaarmakers

Ondanks het feit dat de kans op belastingteruggaaf gering is, wilden veel niet-bezwaarmakers een verzoek ambtshalve vermindering indienen. Om praktische redenen heeft de Staatssecretaris Van Rij daarom massaal bezwaar plus geïntroduceerd.

 

Massaal bezwaar plus

Hoe werkt regeling massaal bezwaar plus

Massaal bezwaar plus is feitelijk een verzoek ambtshalve vermindering, waar alle niet-bezwaarmakers automatisch aan meedoen. Het houdt in dat een aantal verzoekschriften worden geselecteerd en beoordeeld. Als deze procedures leiden tot rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, dan geldt het rechtsherstel ook voor alle box 3-belastingplichtigen die geen verzoek hebben ingediend. Ook krijgen zij dan de mogelijkheid aan te tonen dat het aangeboden rechtsherstel niet voldoende is.

Niet-bezwaarmaker hoeft niets te doen

Dit betekent dat het voor niet-bezwaarmakers niet nodig is om een verzoekschrift in te dienen, áls er rechtsherstel komt, dan geldt dit voor alle niet-bezwaarmakers.

 

In 2022 actie ondernemen is niet nodig

Als jij in de jaren 2017 tot en met 2020 box 3-heffing hebt betaald, maar geen bezwaar hebt gemaakt, lift je automatisch mee met het massaal bezwaar plus. Je hoeft dus niets te doen.

Wil je meer weten?
Bel mij op 050 3131757
Nieuwsbrief ontvangen? Meld je aan voor de nieuwsbrief