Inventariseer hoe je box 3 er op 1 januari 2023 uit ziet en wijzig dit indien nodig

De stand van je box 3 op 1 januari 2023 is bepalend voor jouw aanslag inkomstenbelasting 2023. Naar verwachting geldt op 1 januari nieuwe box 3-wetgeving. Deze wetgeving geldt tot en met 2025, daarna verwacht men over te gaan naar een systeem op basis van werkelijk rendement.

 

Nieuw systeem voor de jaren 2023 tot en met 2025

Drie vermogenscategorieën

In het nieuwe systeem wordt het box 3-vermogen gesplitst in drie vermogenscategorieën:

  1. banktegoeden (waaronder deposito’s en contanten);
  2. overige bezittingen (waaronder aandelen, obligaties, opties, beleggingsvastgoed, tweede woning, vorderingen, cryptovaluta en aandelen in een reservefonds van de VvE);
  3. schulden.

Stap 1: forfaitair rendement

Voor elk van deze drie categorieën geldt een verschillend forfaitair rendement. Het forfaitaire rendement op overige bezittingen is voor 2023 vastgesteld op 6,17%. De forfaitaire rendementen op banktegoeden en schulden worden pas na afloop van 2023 vastgesteld, de meest recente schatting is op dit moment: 0,36% (sparen) en 2,57% (schulden).

Stap 2: rendementspercentage = forfaitair rendement/box 3 vermogen

Het totale forfaitaire rendement gedeeld door je box 3 vermogen (vóór aftrek van het heffingvrij vermogen) heet het rendementspercentage.

Stap 3: voordeel box 3 = rendementspercentage * (box 3 vermogen -/- heffingvrij vermogen)

Dit rendementspercentage vermenigvuldig je met het box 3 vermogen na aftrek van het heffingvrij vermogen. Dit is het voordeel in box 3.

Stap 4: box 3-heffing = voordeel box 3 * tarief

Dit bedrag vermenigvuldig je met het tarief: 32% voor 2023.

Al met al een ingewikkelde rekensom. Met de voorbeelden hierna wordt het duidelijker.

 

Dit betekent het nieuwe systeem voor jouw box 3-heffing

Spaargeld nauwelijks belast, aandelen en vastgoed zwaarder belast

Het nieuwe systeem betekent dat spaarrekeningen nauwelijks nog worden belast. Aandelen en vastgoed daarentegen worden relatief zwaar belast (belasting ca 2% van de waarde). Schulden geven een aftrek op de te betalen belasting van ca 0,8% van het bedrag van de schuld.

Box 3-heffing beperken mogelijk

En dan ook meteen het goede nieuws: je kunt je box 3-heffing beperken door het forfaitair rendement te drukken en door de heffingsgrondslag te verlagen. Hoe dit werkt bespreek ik hierna bij de voorbeelden en in de paragraaf ‘Dit kan je doen’.

 

Voorbeeld: beleggen met vreemd vermogen

Omdat we gewend waren dat bezittingen en schulden werden gesaldeerd en naar één tarief belast, heeft het nieuwe systeem onverwachte gevolgen voor beleggen met vreemd vermogen.

Zie hier het voorbeeld van een stel met een vakantiewoning. Tot vorig jaar stond hun vermogen volledig op een spaarrekening: € 200.000. Als dat nog steeds zo zou zijn, zouden ze maar € 99 betalen.

Maar nu hebben ze een spaarrekening van € 100.000, een vakantiewoning waard € 300.000 en een schuld van € 200.000. Ze betalen in 2023 € 1.889 box 3-heffing.

Box 3-heffing verlagen

Als ze € 86.000 van hun spaarrekening inbrengen in hun B.V., wordt hun heffingsgrondslag €0 en betalen ze geen box 3-heffing.

 

Voorbeeld: laagrentende belegging

In dit voorbeeld hebben ouders € 75.000 spaargeld én € 300.000 geleend aan hun zoon tegen een rente van 2,5%. Dat was destijds aantrekkelijk voor beide partijen, want de ouders kregen meer rente dan ze op een spaarrekening zouden krijgen en zoon kreeg zonder kosten een goedkope lening. Ze betalen in 2023 € 4.183 aan box 3-heffing.

Box 3-heffing verlagen

Voor de belastingheffing van de ouders zou het mooi zijn als zoon de lening zou kunnen oversluiten bij een bank. Dan hebben de ouders € 375.000 spaargeld in box 3, hun forfaitair rendement wordt dus veel lager en ze betalen daarom nog maar € 301 aan box 3-heffing.

Als de ouders de vordering inbrengen in hun B.V. besparen ze € 4.183 aan box 3-heffing. Doordat hun resterende vermogen € 75.000 is, wordt de heffingsgrondslag €0.

Een laatste optie is schenken. Als de zoon niet ouder is dan 39 kunnen ze (alleen) dit jaar nog gebruik maken van de grote vrijstelling voor het aflossen van woningen, de jubelton. Als de lening € 100.000 lager wordt, wordt het forfaitair rendement lager en betalen de ouders nog € 2.362 box 3-heffing.

Deze opties kunnen ook worden gecombineerd.

 

Dit je kan je doen als je overige bezittingen hebt

Als je niet alleen spaargeld hebt, wil je met ingang van 2023 waarschijnlijk anders met je box 3-vermogen om gaan. Je kunt je box 3-heffing beperken door de het forfaitair rendement te drukken en door de heffingsgrondslag te verlagen. Daarvoor heb ik de volgende tips.

 

Forfaitair rendement drukken

Je kunt de verhouding sparen/beleggen wijzigen richting meer sparen:

  • laag renderende beleggingen verkopen en opbrengst op een bankrekening zetten;
  • laagrentende vorderingen opeisen en op een bankrekening zetten;
  • hoog renderende beleggingen tijdelijk omzetten in spaargeld (let op: hier geldt een arbitragetermijn van drie maanden);
  • spaargeld inlenen, bijvoorbeeld van je eigen B.V.

Het forfaitair rendement wordt ook lager als je leningen aflost uit beleggingsvermogen.

 

Heffingsgrondslag verlagen

Als je vermogen lager is dan het heffingvrij vermogen (€ 57.000 per persoon op 1 januari 2023) dan betaal je ondanks een hoog forfaitair rendement op je vermogen in het geheel geen box 3-heffing.

Daarom is het vooral heel interessant om je heffingsgrondslag te drukken, liefst naar € 0.

Dat kan eigenlijk alleen door vrij agressieve methoden toe te passen: transacties met je eigen B.V. (storten in B.V., lenen van B.V.) en door te schenken.

Tot en met 31 december van dit jaar kan je € 106.671 belastingvrij schenken aan personen van 18 tot 40 jaar: de jubelton. Dit geld moet benut worden voor de aanschaf of verbouwing van een eigen woning of het aflossen van een eigenwoning schuld. Als er nog geen eigen woning is, kan je een klein bedrag schenken en de rest volgend jaar. Maar dan helpt het weer niet voor jouw box 3 van dit jaar.

 

Let op verrekenbedingen

We waren gewend dat bezittingen en schulden worden gesaldeerd en naar één tarief belast. Dit betekent dat onderlinge vorderingen en schulden tussen echtgenoten niet zichtbaar waren in de aangifte. Per 1 januari 2023 is dat dus wel het geval. Het is dus belangrijk verrekenbedingen uit huwelijksvoorwaarden werkelijk uit te rekenen en mee te nemen in je box 3-planning.

 

Let op papieren schenkingen

Door de verschillende forfaitaire rendementen op vorderingen (6,17%)  en schulden (2,57%) worden schenkingen onder schuldigerkenning (‘papieren schenkingen’) per 1 januari 2023 anders belast dan tot nu toe. Dit betekent méér box 3-heffing bij degene die de schenking heeft ontvangen. Deze heffing kan worden voorkomen doordat de schuld wordt afgelost.

 

Let op verkoop eigen woning

Als je je woning hebt verkocht en geleverd en de koopsom staat op 1 januari op de derdenrekening van de notaris is dit (mogelijk) een vordering in plaats van spaargeld, met als gevolg box 3-heffing over een hoog forfaitair rendement (beleggen). De tip is daarom de woning over te dragen op een zodanig moment dat je op 1 januari 2023 óf een woning in bezit hebt (gunstigste optie), óf geld op je rekening.

 

In 2022 nog actie ondernemen?

Als je vermogen uitsluitend uit bank- en spaarrekeningen bestaat, hoef je niets te doen. Als je belegt in vastgoed, aandelen of andere ‘overige bezittingen’ kan het lonen om je box 3 vermogen aan te passen zodat de box 3-heffing op de peildatum 1 januari 2023 wordt beperkt.

Aanslagen met box 3 2021 en 2022: controleren en eventueel bezwaar maken

Belastingdienst kiest goedkoopste methode: wet of rechtsherstel

Voor de jaren 2021 en 2022 geldt in principe de in de wet opgenomen belastingheffing over box 3. Maar als dat voordeliger voor jou is, gaat de Belastingdienst uit van de rechtsherstel-methode: de werkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen en de volgende rendementspercentages:

Percentages box 3-inkomen
Soort vermogen 2017 2018 2019 2020 2021
Spaargeld 0,25% 0,12% 0,08% 0,04% 0,01%
Overige bezittingen 5,39% 5,38% 5,59% 5,28% 5,69%
Schulden 3,43% 3,20% 3,00% 2,74% 2,46%

 

Minder rendement gemaakt?

Toch kan het zijn dat jij minder rendement hebt gemaakt dan waar de Belastingdienst vanuit gaat. Daarom is het verstandig om aanslagen waar box 3 in zit, te controleren.

 

Bezwaar maken

Als jouw ‘overige bezittingen’ (vastgoed, aandelen etcetera) in box 3 niet heel goed renderen en het werkelijke rendement aanzienlijk afwijkt van het percentage waar de Belastingdienst vanuit gaat (5,69 % in 2021) dan kan bezwaar maken nuttig zijn. De Hoge Raad heeft in het kerstarrest immers gezegd dat belasting moet worden geheven over de werkelijke inkomsten, en de Belastingdienst heft nu toch nog op basis van een forfaitair rendement. Als je bezwaar wilt maken, doe dat dan binnen de bezwaartermijn van zes weken.

 

Alleen spaargeld: rechtsherstel-methode is goed

Als je alleen spaargeld in box 3 hebt, is de nieuwe berekening van de Belastingdienst ongeveer gelijk aan jouw werkelijke rendement, dan hoef je dus niets te doen. Het kan in dat geval wel een voordeeltje opleveren als je de toerekening van gezamenlijke posten of rendementsgrondslag box 3 tussen jou en je partner wijzigt. Maak dan bezwaar tegen de aanslagen van beide partners.  

Hoog vermogen: toedeling wijzigen

Ook als je een hoog vermogen hebt dat voor een aanzienlijk deel uit overige bezittingen (vastgoed, aandelen etcetera) bestaat, kan je een voordeel bereiken door de toerekening te wijzigen. Je kunt namelijk voor de éne partner kiezen voor het wettelijk systeem en die partner veel overige bezittingen toedelen, en voor de andere partner een beroep doen op het rechtsherstel en die partner het spaargeld toedelen. Let bij het wijzigen van de toedeling wel op het effect van belastingrente.

 

 

Box 3-heffing 2017 tot en met 2020: actie is niet nodig

Wetgeving box 3

Vanaf 2001: 1,2% box 3-heffing

Met de invoering van box 3 in 2001 kwam ‘beleggingsvermogen’ in box 3 terecht: over bezittingen minus schulden minus heffingvrij vermogen werd aangenomen dat je per saldo 4% rendement maakte. En daarover moest je 30% belasting betalen: 4%*30% = de bekende 1,2% box 3-heffing. Dit leek toen heel redelijk. Voor mensen met vastgoed was box 3 zelfs goedkoop.

Vanaf 2017: standaard beleggingsmix

Toen het rendement op spaarrekeningen lager werd, kwam er kritiek op box 3. Vanaf 2017 werd daarom de 4% rendement wat genuanceerd. Van spaarrekeningen werd aangenomen dat deze een bepaald lager rendement hadden dan beleggingen.  Verder werd een standaard beleggingsmix ingevoerd: lagere vermogens zouden grotendeels op spaarrekeningen staan, hogere vermogens grotendeels worden belegd. Op deze manier betaalden mensen met hogere vermogens relatief meer belasting. Met ingang van 2021 werd het tarief 31%.

Hoge Raad: geen rechtsherstel

Inmiddels werd regelmatig geprocedeerd over box 3. De Hoge Raad oordeelde echter alleen in heel uitzonderlijke gevallen dat de box 3-heffing niet terecht was. In 2019 oordeelde de Hoge Raad wél dat de box 3 heffing in strijd was met internationaal recht, maar rechtsherstel werd aan de wetgever over gelaten.

 

Kerstarrest: box 3-heffing over werkelijk rendement

Op 23 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-wetgeving vanaf 2017 niet door de beugel kon én gaf hij hierbij aan hoe het wel zou moeten: belastingheffing over het werkelijk gerealiseerd rendement.

 

Rechtsherstel op basis van forfaitaire rendementen

Bezwaarmakers: geld terug

Iedereen die een bezwaarprocedure had lopen kreeg op basis van dit arrest box 3-heffing terug. Omdat rekening houden met het werkelijke rendement te bewerkelijk was, hield de Belastingdienst hierbij rekening met: forfaitair bepaalde rendementen op spaargeld, overige bezittingen en schulden, toegepast op de werkelijke vermogensmix.

Aanslagen niet definitief: Belastingdienst rekent met goedkoopste regeling

Ook bij andere aanslagen die op 23 december 2021 nog niet definitief vaststonden, werden/worden aanslagen volgens deze methode berekend. Echter alleen als de rechtsherstel-methode gunstiger uitpakt dan de wettelijke regeling. De rechtsherstelmethode is goedkoper als je vermogen grotendeels uit spaarrekeningen bestaat. Als je vermogen voornamelijk uit vastgoed of aandelen bestaat is de wettelijke regeling waarschijnlijk beter.

 

Niet-bezwaarmakers geen compensatie

Er waren ook veel belastingplichtigen die geen bezwaar hadden gemaakt tegen de aanslagen 2017 tot en met 2020.  Eerst leken zij ook compensatie te krijgen, hun aanslagen waren immers óók op basis van onrechtmatige box 3-wetgeving opgelegd. Op Prinsjesdag besloot het kabinet echter, gezien alle inmiddels opgekomen crises, dat er geen compensatie komt.

 

Verzoek ambtshalve vermindering

Ambtshalve vermindering tot vijf jaar terug

Als je een definitieve aanslag wilt laten verminderen, moet je een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Dit kan tot vijf jaar na het betreffende belastingjaar, dus voor een aanslag 2017 kan dit nog tot en met 31 december 2022.

Geen vermindering na nieuwe jurisprudentie

Het is echter vaste jurisprudentie dat het ‘om’ gaan van de Hoge Raad alleen gevolgen heeft voor aanslagen waarvan de bezwaartermijn nog niet is verstreken. De Hoge Raad zei 20 mei 2022 dan ook dat compensatie van niet-bezwaarmakers niet verplicht is.

Weinig kans op teruggaaf maar toch verzoek door niet-bezwaarmakers

Ondanks het feit dat de kans op belastingteruggaaf gering is, wilden veel niet-bezwaarmakers een verzoek ambtshalve vermindering indienen. Om praktische redenen heeft de Staatssecretaris Van Rij daarom massaal bezwaar plus geïntroduceerd.

 

Massaal bezwaar plus

Hoe werkt regeling massaal bezwaar plus

Massaal bezwaar plus is feitelijk een verzoek ambtshalve vermindering, waar alle niet-bezwaarmakers automatisch aan meedoen. Het houdt in dat een aantal verzoekschriften worden geselecteerd en beoordeeld. Als deze procedures leiden tot rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, dan geldt het rechtsherstel ook voor alle box 3-belastingplichtigen die geen verzoek hebben ingediend. Ook krijgen zij dan de mogelijkheid aan te tonen dat het aangeboden rechtsherstel niet voldoende is.

Niet-bezwaarmaker hoeft niets te doen

Dit betekent dat het voor niet-bezwaarmakers niet nodig is om een verzoekschrift in te dienen, áls er rechtsherstel komt, dan geldt dit voor alle niet-bezwaarmakers.

 

In 2022 actie ondernemen is niet nodig

Als jij in de jaren 2017 tot en met 2020 box 3-heffing hebt betaald, maar geen bezwaar hebt gemaakt, lift je automatisch mee met het massaal bezwaar plus. Je hoeft dus niets te doen.