Fiets van de zaak!?

Ook zo’n zin om op de fiets naar het werk te gaan? Dan denk je misschien aan die fiscale regeling voor de fiets van de zaak die op Prinsjesdag werd aangekondigd. Toch is er iets beters, en dat werkt al!

Prinsjesdag-plan voor leasefiets vanaf 2020

Inderdaad, op Prinsjesdag 2018 werd een regeling voor de fiets van de zaak aangekondigd: een vaste bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs voor een fiets die ‘ter beschikking wordt gesteld’, de ‘leasefiets’ die zowel privé als zakelijk wordt gebruikt. Werkt zowel voor ondernemers als werknemers. In werking per 1 januari 2020.

Huidige regeling leasefiets

Op dit moment moet er bijgeteld worden voor het privégebruik van een ter beschikking gestelde fiets: privékilometers maal kilometerprijs. Niet zo eenvoudig, immers hoe houd je die kilometers bij? En dat wordt volgend jaar dus makkelijker.

Niet handig

Zou het echt door die administratieplicht komen dat ik nu nooit iets hoor of lees over leasefietsen voor werknemers? Of is het gewoon niet erg handig dat de fiets eigendom blijft van de onderneming, omdat dan onderhoud ook via de zaak moet lopen en hoe maak je daar dan een cafetaria-achtig systeem van? En wat doe je met de fiets als de werknemer uit dienst gaat? En hoe loopt het precies met de btw?

Voor ondernemers speelt dat minder. Voor ondernemers is een fiets van de zaak simpelweg aantrekkelijk als de aftrekpost hoger is dan de bijtelling. Dat is dus vanaf volgend jaar flink makkelijker te berekenen.

Makkelijker én kan nu al: privéfiets met kilometervergoeding

Bij ondernemers zie ik af en toe een privéfiets. Daar wordt dan € 0,19 per kilometer als kosten afgetrokken. En als je niet te dicht bij de zaak woont levert dat een leuke aftrekpost op. En dan misschien nog wat zakelijke kilometers erbij…  Ondernemers kunnen daar gewoon mee doorgaan, ook na 2020.

Maar werkgevers kunnen dat natuurlijk ook doen: een vrije vergoeding van maximaal € 0,19 per kilometer betalen (aanwijzen als werkkosten, gerichte vrijstelling) aan hun werknemers. Woon/werk kilometers eventueel via een cafetaria-systeem. Eenvoudiger dan de leasefiets en het kan nu al!

Dalende belastingtarieven

De belastingtarieven veranderen. Wat worden de tarieven en wanneer gaan ze in? Download hier het overzicht: belastingtarieven nu en in de toekomst.

 

Doe direct na overlijden niets overhaast

Een erfenis lijkt mooi, maar het kan zijn dat je per saldo een schuld erft! Gelukkig kan je dat voorkomen. Misschien denk je: na het overlijden van mijn ouders vraag ik de notaris wel hoe dat allemaal zit. Alleen zie je daarmee over het hoofd dat je direct na het overlijden al iets fout kan doen. Lees daarom nu even verder!

Beneficiair aanvaarden of verwerpen

Als je erft, erf je bezittingen én schulden. Als er meer schulden dan bezittingen zijn, kan je de erfenis verwerpen. Als je niet weet hoe de nalatenschap er precies uitziet, kan je er voor kiezen beneficiair te aanvaarden. Dan kan het niet zo zijn dat je er bij inschiet.

Voor beneficiair aanvaarden en verwerpen gelden formaliteiten die geld kosten. Bij beneficiair aanvaarden moet een boedelbeschrijving worden gemaakt. Dat is de reden dat niet iedereen standaard voor de veilige weg van beneficiair aanvaarden kiest.

Wet bescherming erfgenamen tegen schulden werkt niet altijd

Als je niet voor beneficiair aanvaarden hebt gekozen en later ontdekt dat er (veel) schulden zijn zou je alsnog voor beneficiair aanvaarden willen kiezen. Dat kan helaas niet. De in 2016 in werking getreden Wet bescherming erfgenamen tegen schulden (wet Bets) geeft alleen in uitzonderingsgevallen een escape: als je de schuld niet kende en niet behoorde te kennen kan je, alleen binnen drie maanden na ontdekking, alsnog een verzoek tot beneficiair aanvaarden doen.

Maar de wet Bets werkt niet als je de schulden kende, of behoorde te kennen. Bijvoorbeeld belastingschulden van een overleden ondernemer: als jij als vrouw van een overleden ondernemer zelf ook ondernemer was, kon je weten dat bij de onderneming van je partner nog belastingschulden konden horen. Je had daar onderzoek naar moeten doen. Ook werkt de wet Bets niet bij de vordering van stiefbroers/zussen op je nu overleden moeder. Die schulden zijn ontstaan toen jullie vader overleed en zijn testament is destijds ook aan jou voorgelezen.

Zuiver aanvaarden gaat automatisch

Als je niet beneficiair aanvaard (of verwerpt) door een officiële verklaring bij de rechtbank, dan aanvaard je de nalatenschap zuiver. Je aanvaardt dus niet alleen zuiver doordat je een officieel document tekent, maar ook als je je gedraagt ‘als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam’. En dat gebeurt doordat je ‘goederen van de nalatenschap verkoopt, bezwaart (tb: verpand, verhypothekeert) of op andere wijze aan het verhaal van schuldeiser onttrekt’.

Dat zuiver aanvaarden doe je dus misschien wel per ongeluk, in de hectische tijd direct na het overlijden. Bijvoorbeeld in de situatie van een bekend arrest waar de erfgenamen het bankpasje van hun overleden vader gebruikten voor het betalen van het restaurant waar ze na het overlijden aten.

Let op: het kan ook jou overkomen!

Het kan jou dus ook overkomen! Als je vader of moeder pas overleden is, is nadenken over zijn/haar eventuele schulden waarschijnlijk niet het eerste waar je mee bezig bent. Maar als je, al dan niet bewust, zuiver aanvaard, erf je alle bezittingen én alle schulden. Ook als er meer schulden dan bezittingen zijn. In principe kan je dan niet meer kiezen voor beneficiair aanvaarden.

De tip is dus: breng eerst de (bezittingen en) schulden in kaart en maak een weloverwogen keuze voor beneficiair aanvaarden of niet. Want op een later moment kiezen voor beneficiair aanvaarden kan alleen in uitzonderingsgevallen.

En neem tot je die keuze hebt gemaakt geen waardevolle spullen mee naar huis, verkoop geen spullen, betaal geen rekeningen.

Verder lezen kan hier!

Toch de B.V. in?!

IB-ondernemer blijven of de B.V. in? Nu de tarieven in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting gaan wijzigen, is het slim opnieuw te kijken naar de rechtsvorm van je onderneming. Wat verandert er? Lees verder en onderneem eventueel vóór 1 april actie!

Tariefswijzigingen

Het tarief in de vennootschapsbelasting daalt stevig: van 20% in 2018 en 19% nu naar 15% in 2021 en voor winsten boven € 200.000 van 25% tot en met 2019 naar 20,5% in 2021. Wel wordt vanaf 2019 de afschrijving op gebouwen in de B.V. beperkt, in de ib-sfeer is dit niet het geval. Verder wordt het aanmerkelijk belangtarief iets hoger (tot en met 2019: 25%, 2021: 26,9%).

Al met al wordt de belastingdruk op B.V.-winsten, het gecombineerde vpb/ab tarief flink lager. Bij het lage vennootschapsbelastingtarief was het gecombineerde tarief in 2018 40%, nu is het 39,25% en in 2021 wordt het 37,87%.

Ook in de inkomstenbelasting wijzigen de tarieven: het hoogste inkomstenbelastingtarief daalt van 51,75% (2019) naar 49,5% (2021). Omdat de aftrekposten zoals zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling met ingang van 2023 nog slechts aftrekbaar zijn tegen het laagste tarief (37,05%), daalt het toptarief voor ondernemers vanaf 2023 echter nauwelijks.  In 2018 was het 44,67%, nu 44,50% en 2023 wordt het 44,31%.

Wil je alle tarieven weten, en hoe ze wijzigen? Klik dan hier.

B.V. voordeliger dan eenmanszaak

Deze tariefswijzigingen betekenen dat de B.V. absoluut en relatief goedkoper wordt. Bij hogere winsten goedkoper wordt de B.V. weer goedkoper dan de eenmanszaak! Het heeft dan ook zeker nut om te berekenen of het belastingvoordeel ook in jouw situatie groter wordt.

Ook nu al fiscaal voordeel met de B.V.

Nu merk je nog niet zoveel van de lagere belastingtarieven. Toch kan je al wel voordeel hebben van de B.V. Dat werkt als volgt.

Als je in de B.V. onderneemt krijg je salaris en dat wordt belast met inkomstenbelasting (2019: max 51,75%). Het deel van de winst dat je in de B.V. kunt laten zitten, wordt belast met vennootschapsbelasting (2019: 19/25%). Pas als je die winst aan jezelf uitkeert als dividend betaal je ook aanmerkelijk belangheffing (2019: 25%).

Als je jezelf niet veel salaris hoeft uit te keren omdat je salariswens niet zo hoog is én het gebruikelijk loon niet hoog is, kan je veel geld in je B.V. laten zitten en stel je dus veel aanmerkelijk belangheffing uit. Je kunt dan investeren met geld van de fiscus terwijl een bank het geld misschien niet zou lenen!

Andere voordelen

De B.V. heeft ook andere voordelen. Beperking van aansprakelijkheidsrisico en de status die de B.V. oplevert zijn de bekendste, maar er is meer.

  • Innovatiebox toepassen kan tot nu toe alleen in de B.V.
  • Als je holding een werkmaatschappij verkoopt hoef je, als je de holdingstructuur tijdig tot stand hebt gebracht, geen vennootschapsbelasting te betalen en kan je de volledige verkoopprijs opnieuw investeren. Natuurlijk moet je, als je de winsten uiteindelijk aan jezelf uitkeert, wel aanmerkelijk belangheffing betalen.
  • Aan het eind van je ondernemerschap kan je voordeel behalen met de B.V. Je kunt afrekenen over stakingswinst uitstellen door je onderneming vóór de verkoop de B.V. in te brengen. Zo kan je je pand verhuren zonder dat je moet afrekenen over de meerwaarde in het pand. Als je je onderneming inclusief pand verkoopt, kan je vaak ook overdrachtsbelasting besparen.
  • Je kunt ook je eigenwoningfinanciering regelen via je B.V. Dat levert je met de nieuwe belastingtarieven geen belastingvoordeel meer op, maar is natuurlijk wel een safe belegging. Ook kan je ervoor kiezen te beleggen in de B.V., dat scheelt box 3-heffing en box 3 is duur!

Leg je intentie nu vast

Als je denkt over de B.V. dan is 1 april 2019 een belangrijke datum. Omdat je, als je voor die datum een intentieverklaring tekent en goed laat vastleggen bij de Belastingdienst, de balans van 1 januari 2019 kunt gebruiken bij je ruisende of geruisloze inbreng. Zo geniet je eerder van de voordelen die daarbij horen. Als je voor 1 oktober 2019 een intentieverklaring tekent kan je die terugwerkende kracht ook krijgen, maar alleen als je kiest voor een geruisloze inbreng.

Zo heb je tijd om te kiezen

Overigens gaat het hier niet om een definitieve keuze voor de B.V. Je geeft met de intentieverklaring of voorovereenkomst aan dat je van plan bent om je rechtsvorm te wijzigen, maar het is ook mogelijk om van dat plan af te zien. Zo is er tijd om te rekenen en weloverwogen keuzes te maken.

 

Middeling, een mooi middel bij wisselende inkomens!

Heb jij te maken met schommelingen in je inkomen? Dan kan je door het aanvragen van een middeling misschien belasting terugkrijgen. Wil je weten hoe middeling werkt?

Wanneer mogelijk recht op middeling?

Veel middelingen worden door ondernemers aangevraagd. Ondernemers hebben immers te maken met pieken en dalen in de jaarwinst en ook verkoop van een pand of staking van de onderneming levert pieken op. Maar er zijn veel meer situaties waarin inkomens schommelen:

  • Ontvangst ontslaguitkering/transitievergoeding
  • Gaan werken na afronding studie
  • Ontvangst afkoopsom alimentatie
  • Afkoop pensioen in eigen beheer
  • Winst of verlies bij terbeschikkingstelling

Achtergrond: tarief hoger als inkomen hoger is

Het inkomstenbelastingtarief is afhankelijk van het inkomen in het kalenderjaar. Het tarief wordt hoger naarmate je inkomen hoger is. Bij wisselende inkomens betaal je daarom gemiddeld genomen te veel.

Gemiddelde box 1-inkomen over drie jaar

Bij een middeling bereken je voor een periode van drie opeenvolgende jaren de inkomstenbelasting op basis van het gemiddelde inkomen in box 1. Als het verschil tussen de betaalde en de herrekende inkomstenbelasting meer dan €545 is, kan je dat meerdere terugkrijgen.

Je mag zelf kiezen welke jaren je hiervoor uitkiest, maar elk jaar mag maar één keer in een middelingsverzoek worden betrokken. Als je in aanmerking komt voor een middeling is het daarom soms verstandig nog even te wachten: zou je méér belastinggeld terugkrijgen als je een later jaar in de middeling betrekt?

Wacht niet te lang

Toch moet je ook niet te lang wachten, je kan de middeling aanvragen tot maximaal drie jaar nadat de laatste aanslag definitief is geworden.

Maak een berekening

Als je wilt weten of je in aanmerking komt voor een middeling, moet je een berekening maken. Het is binnenkort niet meer nodig om de berekening mee te sturen met het verzoek aan de Belastingdienst.

Soms wisselen inkomens wel sterk, maar niet zo sterk dat je daardoor in een andere tariefschijf komt. In dat geval heeft middeling geen zin.

Maak werk van zelfstandigenaftrek

Zelfstandigenaftrek levert al gauw € 2.700 netto per jaar op. Je moet wel zelf aantonen dat je daadwerkelijk de vereiste 1.225 uur hebt gewerkt. Uit de vele procedures over dit onderwerp blijkt dat een achteraf opgesteld urenoverzicht hiervoor niet voldoende is.

Dus: noteer dagelijks je gewerkte uren in je agenda, excel document of urensoftware en schrijf er ook bij wat je heb gedaan in die tijd. Discipline is belangrijk, want ook losse uurtjes ’s avonds of in het weekend tellen mee. Het gaat niet alleen om de tijd die aan klanten is besteed, ook telefoontjes, netwerkgesprekken, reizen van huis naar werk of naar klanten, schoonmaak van je kantoor, vakliteratuur, website en administratie tellen mee.

Je zou kunnen denken: ach, ik maak zoveel uren, dan hoef ik die uurtjes thuis en in het weekend niet op te schrijven. Maar als je dan een keertje flink ziek wordt, ben je misschien dubbel de pineut…

Stop je met je onderneming? Benut de stakingsaftrek!

Stop jij met je onderneming? Ga je in loondienst verder of ga je met pensioen? Wat de reden van het beëindigen van je onderneming ook is, je hebt recht op een stakingsaftrek van € 3.630 minus het bedrag aan stakingsaftrek dat je al eerder hebt benut.

Je kunt de stakingsaftrek niet van de gewone winst aftrekken, alleen van stakingswinst. Dat is de winst die je behaalt doordat je je onderneming (of de losse activa) voor méér verkoopt dan de boekwaarde (stille reserves  en goodwill). Ook kan je de stakingswinst aftrekken van je oudedagsreserve (voorheen: FOR) als je die hebt.

Heb je geen stille reserves, goodwill of oudedagsreserve en ga je binnenkort staken? Kies dan uiterlijk in het jaar vóór de staking voor toevoeging aan de oudedagsreserve. Zo bespaar je netto al gauw €1.300.

Let op: er zijn voorwaarden. Om aan de oudedagsreserve te kunnen toevoegen moet je minimaal 1.225 uur aan je onderneming hebben besteed. De toevoeging is 9,44% van je winst en maximaal € 8.999 (cijfers 2019), je kunt die dus niet zelf kiezen. Eventueel betaalde pensioenpremie komt op de berekende toevoeging in mindering. Je oudedagsreserve kan niet groter zijn dan je ondernemingsvermogen aan het einde van het kalenderjaar. Als je je onderneming hebt gekregen met toepassing van de geruisloze doorschuiving moet die doorschuiving minstens drie jaar geleden hebben plaatsgevonden.

Voorkom belastingrente door een voorlopige aanslag

Heeft jouw B.V. veel winst gemaakt in 2018? Is de voorlopige aanslag te laag geweest? Dien dan een verzoek voorlopige aanslag in. De belastingrente voor aanslagen vennootschapsbelasting is namelijk 8%. Ook inkomstenbelasting-ondernemers en particulieren kunnen besparen door tijdig een voorlopige aanslag te vragen.

Belastingrente is de rente op belastingaanslagen. Je moet belastingrente betalen op je aanslag 2018 als die aanslag ná 1 juli 2019 wordt opgelegd. Omdat de rente vrij hoog is, altijd minimaal 8% op aanslagen vennootschapsbelasting en minimaal 4% op aanslagen inkomstenbelasting, is het verstandig vóór 1 mei om een voorlopige aanslag te vragen. Dan betaal je geen rente als de Belastingdienst de gegevens uit het verzoek volgt.

Als je een teruggaaf verwacht kan het ook zinvol zijn een voorlopige aanslag te vragen. Je krijgt namelijk alleen in uitzonderlijke gevallen rente uitbetaald.

Door je aangifte snel in te dienen beperk je de belastingrente natuurlijk ook!

Uitstel voor aangifte

Als ik je aangifte maak, zorg ik altijd voor becon-uitstel. We hebben dan tot 1 mei 2020 de tijd om de aangifte 2018 klaar te maken. Maar het is fijn als het klaar is, daarom streef ik ernaar de meeste aangiftes in december 2019 klaar te hebben.

Doe je zelf je aangifte? Neem dan de tijd om de door de Belastingdienst vooringevulde gegevens goed te controleren, want fouten komen zeker voor. En kijk ook of je aftrekposten kunt benutten, want dat doet de Belastingdienst niet! Als je verwacht dat je 1 mei niet haalt, vraag dan vóór 1 mei uitstel aan. Je krijgt dan tijd tot 1 september. Dat uitstel geldt ook voor het aanvragen van toeslagen, behalve voor de kinderopvangtoeslag.