Investeren? Investeringsaftrek, ook bij grote investeringen!

Ben je ondernemer en heb je plannen voor grote investeringen? Kijk dan of het mogelijk is om de investeringen in de tijd te spreiden zodat je gebruik kunt maken van de investeringsaftrek.

Als je van plan bent om niet alleen een nieuw pand te bouwen, maar ook nog eens een compleet nieuwe inrichting, komt je investeringsbedrag waarschijnlijk ver boven de € 314.673. Dit betekent dat je niet in aanmerking komt voor investeringsaftrek, want bij investeringen van meer dan € 314.673 is de investeringsaftrek nihil.

Helaas is het niet mogelijk ervoor te kiezen om bepaalde investeringen wél, en andere niet onder de investeringsaftrek te brengen. Maar dat kan je wel bereiken door de investeringen in verschillende boekjaren te doen, dus als je de inrichting nu bestelt en in januari akkoord geeft op de offerte voor bouw van het pand. Belangrijk is dan dat je niet al eerder mondeling akkoord geeft voor de bouw.

Waarschijnlijk wil je die nieuwe inventaris nu nog niet afgeleverd hebben. Spreek dan af dat je wel bestelt, maar dat aflevering en betaling later plaatsvinden. Dat betekent dat ook de investeringsaftrek niet in je aangifte 2018 moet worden meegenomen, maar in het jaar waarin je betaalt en/of de spullen in gebruik neemt.

Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kst) zijn er voor bepaalde investeringen ook energie-investeringsaftrek (eia) en milieu-investeringsaftrek (mia) mogelijk. Dit gaat om grote aftrekposten. Verkopers van deze activa gebruiken deze aftrekken daarom vaak als extra verkoopargument.

Let op! Deze speciale investeringen moeten binnen drie maanden na opdracht (mondeling/schriftelijk) worden aangemeld bij RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Verder: het percentage van de eia wordt, als het Belastingplan 2019 ongewijzigd wordt aangenomen, per 1 januari 2019 verlaagd van 54,5% naar 45%. Dan is het dus aantrekkelijk nog dit jaar opdracht te geven.

Investeren? Investeringsaftrek, ook voor zzp-ers!

Ben je zzp-er en heb je plannen voor de aanschaf van nieuwe spullen? Als je in 2018 meer dan € 2.300 investeert kan je 28% van het bedrag van de investering in mindering brengen op je winst.

Als je een nieuwe pc hebt aangeschaft kom je waarschijnlijk niet over de drempel. Maar als je ook een nieuwe printer op je wensenlijstje hebt staan, dan kan je overwegen die printer nog dit jaar te bestellen. Want als je ‘m koopt, niet leaset, kom je door beide investeringen in één jaar samen te voegen over de drempel en creëer je een aftrekpost.

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is van toepassing op investeringen in bedrijfsmiddelen. Dat zijn activa die in meerdere jaren worden afgeschreven en meer kosten dan € 450 per stuk.

Anticiperen op het belastingplan 2019 voor eigenwoningbezitters

Heb jij een hoog inkomen? En betaal je een hoge hypotheekrente? Denk je dat de beperking van de aftrek van hypotheekrente, die in het belastingplan 2019 staat, doorgaat? Dan kan je overwegen over te stappen naar een laag rentetarief.

Boeterente aftrekken

Bij een verandering van rente, brengt de bank je boeterente in rekening. Als je niet kiest voor rentemiddeling, maar de boeterente ineens betaalt, kan je die boeterente ook ineens aftrekken.

Straks minder profijt van aftrekpost

Iedereen weet dat je onder de huidige wetgeving het meeste profijt hebt van aftrekposten als je een hoog inkomen hebt. Als de wetsvoorstellen uit het belastingplan 2019 doorgaan verandert dit. Dan kan je aftrekposten met ingang van 2023 alleen nog tegen het basistarief aftrekken. Dus is het slim om je aftrekpost naar voren te halen.

Nu al aftrekken geeft de grootste aftrekpost

Het huidige maximale aftrektarief voor eigenwoningrente is 49,5%. In 2019 wordt het 49%, in 2020 46%, in 2021 43% en in 2022 40%. Vanaf 2023 kan je de rente alleen tegen het basistarief van 37,05% aftrekken. Dus, hoe eerder je bent, hoe meer profijt je hebt van je aftrekpost. En het meeste plezier heb je ervan als je nu, in 2018, meteen actie onderneemt!

Boeterente niet lenen

Het is niet handig de boeterente te lenen, want dat maakt je aangifte ingewikkeld. Je mag namelijk de rente over het stukje lening dat je bent aangegaan voor de boeterente niet aftrekken. De tip is dus: betaal het uit je reserves of reserveer om boeterente te kunnen betalen.

Prinsjesdag

Vorig jaar was het koffertje van de Minister van Financiën bijna leeg, maar dit jaar is het gevuld met allerlei fiscale maatregelen! Ik heb ze voor je op een rijtje gezet, want er zitten ongetwijfeld voorstellen in die voor jou, of je nou ib-ondernemer, dga of particulier bent, van belang zijn. Wat zijn de plannen voor 2019 en daarna?

Particulieren

Twee schijven in box 1

Het inkomstenbelastingtarief bestaat straks uit twee schijven: een basistarief van 37,05% en voor inkomen boven € 68.507 een toptarief van 49,5%.

Deze tarieven zijn vanaf 2021 van toepassing. In 2019 gaan de tarieven omlaag naar 38,1% en 51,75%. Voor 2020 naar 37,8% en 50,50%. AOW-gerechtigden betalen geen AOW-premie. Voor hen blijven er drie tarieven bestaan.

Ook komt er vanaf 2018 lastenverlichting door het verhogen van de algemene heffingskorting en het verhogen van de arbeidskorting.

Eigen woning: renteaftrek wordt beperkt

De hypotheekrenteaftrek werd al afgebouwd door het aftrektarief jaarlijkse met 0,5% te verlagen. Vanaf 2020 is de jaarlijkse afbouw 3% tot aftrek in 2023 tegen het basistarief plaatsvindt.

In 2018 is eigenwoningrente maximaal aftrekbaar tegen 49,5 % en in 2019 tegen 49%. In 2020 kan je de eigenwoningrente maximaal aftrekken tegen 46%. In 2021 tegen 43%, in 2022 tegen 40% en in 2023 tegen 37,05%.

Tegenover de beperking van de aftrek van eigenwoning rente staan natuurlijk de lagere box 1-tarieven maar ook een verlaging van de bijtelling eigen woning, het eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait wordt in 2020, 2021 en 2022 verlaagd met 0,05%, in totaal dus met 0,15%.

Aftrekposten leveren minder op

In 2020 wordt het aftrektarief van alle aftrekposten gelijkgetrokken met het aftrektarief van de hypotheekrente. Zo wordt het aftrektarief voor o.a. alimentatie, zorgkosten en giften vanaf 2023 gelijk aan het basistarief van 37,05%.

In 2018 zijn deze zogenaamde grondslag verminderende aftrekposten nog maximaal aftrekbaar tegen het toptarief van 51,95%. In 2019 is dat 51,75%. In 2020 kan je maximaal aftrekken tegen 46%. In 2021 tegen 43%, in 2022 tegen 40% en in 2023 tegen 37,05%.

IB-ondernemers

Aftrekposten leveren minder op

Ook het maximale tarief waartegen de zelfstandigenaftrek aftrekbaar is, wordt afgebouwd tot het basistarief. Hetzelfde geldt voor aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek, stakingsaftrek, mkb-winstvrijstelling en terbeschikkingstellingsvrijstelling.

Ook hier geldt dus: in 2018 zijn de zogenaamde grondslag verminderende aftrekposten nog maximaal aftrekbaar tegen het toptarief van 51,95% en in 2019 tegen 51,75%. In 2020 kan je maximaal aftrekken tegen 46%. In 2021 tegen 43%, in 2022 tegen 40% en in 2023 tegen 37,05%.

Dga’s en B.V.’s

Vennootschapsbelasting omlaag, aanmerkelijk belangheffing omhoog

Het vennootschapsbelastingtarief gaat stapsgewijs omlaag van 20% nu naar 16% in 2021 (hoge tarief: 25% nu naar 22,5% in 2021). Het tarief in box 2 gaat stapsgewijs omhoog van 25% nu en in 2019 naar 26,9% in 2021. De veelbesproken afschaffing van de dividendbelasting vindt in 2020 plaats, maar dit heeft voor ondernemers die in de B.V. ondernemen (dga’s) geen effect op het uiteindelijke belastingtarief.

Rekening-courantmaatregel

In de wetsvoorstellen van Prinsjesdag stond het niet, maar wel in een brief die de minister op 18 september aan de Tweede Kamer schreef: er komt een maatregel om het lenen van de eigen B.V. te ontmoedigen.

De maatregel gaat in 2022 in. Voor bestaande eigenwoningschulden komt een overgangsregeling. Onduidelijk is hoe dit precies gaat werken, alleen het gaat werken bij schulden van meer dan € 500.000. Het wetsvoorstel volgt pas in het voorjaar van 2019.

Afschrijving gebouwen in B.V.’s wordt beperkt

Gebouwen kunnen sinds 2007 slechts tot de bodemwaarde worden afgeschreven. Voor beleggingen in gebouwen betekent dit afschrijving tot 100% van de WOZ-waarde. Voor een gebouw in eigen gebruik tot 50% van de WOZ-waarde.

Met ingang van 2019 geldt voor de vennootschapsbelasting steeds 100% van de WOZ-waarde als bodemwaarde. In de vennootschapsbelasting zullen gebouwen dus vrijwel niet meer kunnen worden afgeschreven.

Beperking verliesverrekening

Verliesverrekening in de B.V. wordt vanaf 2019 beperkt: verliezen kunnen worden verrekend met de winst van het voorafgaande jaar en de zes volgende jaren. Tot nu toe kan negen jaar vooruit worden verrekend.

Btw

Btw-tarief gaat omhoog

Het 6%-tarief wordt met ingang van 2019 verhoogd tot 9%.

Wijziging kleine ondernemersregeling btw

De kleine ondernemersregeling zoals we die nu kennen verdwijnt. Er komt een vrijstelling voor terug. Deze vrijstelling geldt voor ondernemers met een omzet lager dan € 20.000. De regeling geldt ook voor B.V.’s en andere rechtspersonen. Het gaat om een vrijstelling dus deze ondernemers mogen geen omzetbelasting in rekening brengen, ze zijn ontheven van administratieve verplichtingen. Om de regeling te kunnen toepassen moet je vooraf een verzoek indienen. De nieuwe regeling gaat in 2020 in.

Werknemers én ondernemers

Fiets van de zaak wordt makkelijker

Voor zowel werknemers als ondernemers wordt een eenvoudige regeling voor de ‘leasefiets’ voorgesteld. Er komt een vaste bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets die zowel privé als zakelijk wordt gebruikt. Dat betekent dat je voor een paar tientjes per jaar een fiets van de zaak kunt gebruiken.

Deze regeling vervangt het huidige systeem waarbij privékilometers moeten worden bijgehouden (!).

 

Het bovenstaande is gebaseerd op de ingediende wetsvoorstellen en de toelichting daarop. We weten natuurlijk niet of deze voorstellen (ongewijzigd) worden aangenomen.

Coaching aftrekbaar?

Laat jij je coachen? Dan vraag je je vast af of deze kosten aftrekbaar zijn. Een goede vraag! Voor het antwoord maakt de reden van de coaching nogal wat uit. En of je ondernemer bent of particulier.

Een goede vraag!

Het is goed dat je je afvraagt of kosten aftrekbaar zijn. Coachingskosten die je maakt ten behoeve van je werk zijn vaak aftrekbaar. Kosten die je louter om privéredenen maakt natuurlijk niet. Vraag is dus allereerst: waar gaat de coaching over? Gaat het over bijvoorbeeld opdrachten verwerven, time management, uitstelgedrag of durven factureren dan heb je volgens mij een zakelijk motief. En kan je de kosten aftrekken.

Laat je coachingsvraag schriftelijk vastleggen, bijvoorbeeld in een opdrachtbevestiging of eventueel in de factuur, dan kan daar nooit gedoe over ontstaan.

Ben je ondernemer?

En heb je een zakelijke coachingsvraag? Kosten die je maakt voor je onderneming zijn in principe aftrekbaar. Een ondernemer mag zelf bepalen hoe hij zijn onderneming wil draaien. Zelfs de hoogte van de kosten doet niet ter zake. Alleen in het bijzondere geval van een wanverhouding tussen kosten en nut kan de inspecteur de aftrek wel weigeren.

Geen ondernemer?

Dan kan je deze kosten, als ze als les/cursusgeld te bestempelen zijn, soms aftrekken als scholingskosten. Het moet dan gaan om een leertraject dat wordt gevolgd in verband met het verwerven of behouden van box 1-inkomen zoals het op peil houden of verbeteren van kennis of vaardigheden die je nodig hebt voor het verwerven van box  1-inkomen.

Er is veel jurisprudentie over dit onderwerp, maar vooral over zaken waar geen aftrek mogelijk is: opleidingen waarvan niet kan worden verwacht dat er inkomen uit komt (bijvoorbeeld bejaarden die opleidingen doen), opleidingen die iemands ‘persoonlijke uitrusting’ verbeteren (bijvoorbeeld autorijles).

Ben je particulier en is jouw coachingstraject wél aftrekbaar? Let dan op. Er geldt een drempel van € 250, dus alleen als de kosten hoger zijn dan € 250 zijn ze aftrekbaar. Verder staat de aftrek van scholingskosten al een tijdje op de nominatie om te worden afgeschaft. Een afschaffing per 1 januari 2019 is niet gehaald, maar ik houd wel rekening met een afschaffing per 1 januari 2020.

Onderneem actie voor 1 oktober als je je rechtsvorm wilt wijzigen

Als je er over denkt de B.V. in te gaan, laat dan vóór 1 oktober een intentieverklaring (ook wel: voorovereenkomst) opstellen, dan geef je jezelf ruimte om later definitieve keuzes te maken. Lees meer>

Ga je samenwerken in de vorm van een vennootschap onder firma (vof), maatschap of commanditaire vennootschap? Rond de besprekingen hierover af en onderteken je contract vóór 1 oktober a.s. Alleen dan kan de samenwerking ingaan op 1 januari 2018. Lees meer>

Onderneem jij in de B.V.? Is dat nog steeds aantrekkelijk? Er zijn veel ondernemers die beter af zijn in de eenmanszaak of vof. Geldt dat misschien ook voor jou? Kijk dan zo snel mogelijk hoe je de terugkeer naar eenmanszaak of vof het beste kan regelen. Lees meer>

Doe je niets met je B.V.? Ook voor lege B.V.’s moet elk jaar een jaarrekening en een vpb-aangifte worden gemaakt. Toch wel jammer van het werk en de kosten. Als je de ontbinding nu start, is de B.V. voor 1 januari 2019 geliquideerd en is geen jaarrekening 2019 nodig.

Blog: Voorkom een belastingaanslag bij de start van je vof

Ga je samenwerken met een collega? Niet alleen af en toe eens overleggen, maar onder één naam verder met jouw onderneming of de ondernemingen van jullie beiden? Let dan op als je spullen hebt die niet op de balans staan, bijvoorbeeld een product dat je zelf hebt ontwikkeld. En ook als je een pand of een ander bedrijfsmiddel hebt dat in waarde is gestegen en/of flink is afgeschreven. Want als je voor de waarde die niet op de balans staat niets regelt, krijg je bij de start van jullie samenwerking een forse belastingaanslag!

Hebben jullie alles geregeld?

Als je elkaar al lang kent, is er vertrouwen. Een vof-contract opstellen lijkt dan niet zo nodig en een schriftelijke overeenkomst is ook niet verplicht. Maar je moet natuurlijk wel afspraken maken. Belangrijke onderwerpen zijn:

  • Inbreng: wie brengt welke spullen in de vof en hoeveel uren gaan jullie in de zaak stoppen? Blijven de spullen eigendom van de inbrenger of komen ze op de balans van de vof? Wat is de waarde van die spullen?
  • Winstverdeling: verdeel je de winst fiftyfifty? Of is dat niet rechtvaardig, breng jij (veel) meer waarde of tijd in dan je compagnon en krijg je daar een aparte beloning voor?
  • Einde: wanneer eindigt de vof en wie mag dan verder met de onderneming? Hoeveel betaalt de voortzetter dan aan de ander en kan hij in termijnen betalen? Geldt een non-concurrentiebeding?

Ook afspraken over de werkverdeling en financiën bij arbeidsongeschiktheid en over het oplossen van conflicten zijn belangrijk.

Fiscaal belangrijk: belasting betalen bij inbreng

Je weet natuurlijk pas achteraf welke afspraken voor jouw samenwerking het belangrijkst zijn. Maar de inbreng is meteen al bij het begin fiscaal superbelangrijk.

Dat komt omdat je, als je een door jezelf ontwikkeld product in de vof stopt, dat product eigenlijk aan de vof verkoopt. Dat betekent dat je, als het winstaandeel van je compagnon 50% is, over de helft van de waarde (min de boekwaarde, maar de boekwaarde van een zelf ontwikkeld product is nul) belasting moet betalen.

En als het gaat om een pand met een waarde van €250.000 en een boekwaarde van €150.000, dan gaat het om 50% van €100.000.

Foto-blog-18

Belasting betalen voorkomen

Je kunt belasting betalen voorkomen. Als je van datzelfde product of pand niet de eigendom inbrengt, maar alleen het genot, reken je niet af. Het betekent echter ook dat je moet bedenken op welke manier je beloond wordt voor deze inbreng.

Ook kan je er in dat geval voor kiezen het product wél in te brengen, maar de huidige waarde ‘voor te behouden’. Dat betekent dat bij verkoop de eerste €100.000 voor jou is. De rest van de waardeontwikkeling komt voor rekening van de vof. Een waardedaling is voor jouw rekening. In dit geval lijkt het logisch om een rentevergoeding voor de voorbehouden €100.000 te krijgen.

Bij de keuze van de manier van inbrengen houd je verder ook rekening houden met btw (is de verhuur belast of niet?) en overdrachtsbelasting: voldoe je aan de voorwaarden voor de vrijstelling of betaal je 6% overdrachtsbelasting?

Maar wat als er je nog niet helemaal uitkomt?

Ben je al een tijdje bezig om afspraken te maken over samenwerken? Werk je misschien al onder één naam? Zet je afspraken dan nú op papier. Alleen als je dat voor 1 oktober 2018 doet kan je samenwerking fiscaal al op 1 januari 2018 zijn ingegaan. En dat is heel handig als je als een onderneming hebt en het opstellen van een extra balans (dus extra kosten) wilt voorkomen. Of als je al wel afspraken hebt gemaakt maar dat moeilijk kunt aantonen omdat je nog geen nieuw btw- of loonbelastingnummer hebt aangevraagd.

Reageren?

Zijn er punten waar jullie maar steeds niet uit komen? Ik heb vaak praktische oplossingen waardoor je het proces kunt versnellen.

Bel en stel je vraag! Of klik hier, dan bel ik jou.

Blog: De B.V. weg ermee!

Wil jij belasting besparen? En minder kosten in je onderneming? Wanneer je al een flink aantal jaren in de B.V. onderneemt lijkt de B.V. een vaststaand feit. Maar wat heb je eigenlijk aan die B.V.?

Waarom wél een B.V.?

Misschien heb jij, net als veel ondernemers, in het verleden voor de B.V. gekozen vanwege de ‘commerciële herwaardering’. Je kon jezelf toen een grote onbelaste uitkering bezorgen door een groot bedrag aan goodwill en stille reserves de B.V. in te brengen. Dat was fijn! Ook nu kan een B.V. heel nuttig zijn, bijvoorbeeld als een kleine fout van jou tot grote claims kan leiden. Of als je met de winst van de verkoop van je bedrijf een nieuw bedrijf wilt kopen. Of als je veel winst in de B.V. kunt laten zitten omdat je jezelf maar weinig salaris hoeft uit te keren. Of als je de innovatiebox kunt benutten.

Waarom géén B.V.?

Maar het kan óók zijn dat je alleen maar last hebt van je B.V. Als je winst nu relatief laag is, betaal je in de B.V. méér belasting dan in de eenmanszaak. En je bent gebonden aan de regels van het gebruikelijk loon. Zo kan het zijn dat de Belastingdienst vindt dat je meer salaris moet uitbetalen dan de B.V. aan winst maakt: jij betaalt belasting en de B.V. heeft verlies. Hoe los je dat op?

Voordelen van géén B.V.

Als eenmanszaak of vof heb je recht op zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling. Dat scheelt minstens €2.660, maar meestal meer. Ook betaal je een lager belastingtarief. Verder heb je niet meer te maken met het gebruikelijk loon en discussies daarover met de Belastingdienst. En je bespaart op je accountantskosten, want als eenmanszaak heb je maar één jaarrekening nodig, en nu, met holding en werkmaatschappij, twee. Ook de andere formaliteiten rond de B.V. zoals deponeren jaarstukken, contracten et cetera zijn niet meer nodig.

Foto-blog-4

Hoe doe je de B.V. weg?

Soms ben je al klaar als de B.V. haar bezittingen en schulden met een eenvoudig contract overdraagt aan jezelf. Dat kan het beste voor 1 januari. Vervolgens liquideer je de B.V.

Als er een pand in de B.V. zit, of de B.V. heeft onverrekend verlies, dan is het vaak beter om gebruik te maken van de geruisloze terugkeer. Je betaalt dan geen overdrachtsbelasting en je kan je verliezen meenemen naar de eenmanszaak. Als je per 1 januari 2019 terug wilt naar de eenmanszaak dien je het verzoek hiertoe in 2018 in.

Het is verstandig nu al te laten beoordelen welke stappen nodig zijn voor een terugkeer naar de eenmanszaak of de vof. Zeker als je een holding en een werkmaatschappij hebt. Want als een fusie nodig is moet je daar voor 1 oktober actie in ondernemen. Als je voor 1 oktober 2018 bent kan je er ook voor kiezen om een intentieverklaring te tekenen en te laten vastleggen bij de Belastingdienst. Dat heeft als voordeel dat je er ook voor kan kiezen al met ingang van 1 januari 2018 te genieten van de voordelen van de eenmanszaak.

Reageren?

Twijfel je of je nog goed zit in de B.V.? Wil je weten of jij kunt besparen?

Bel en stel jouw vraag! Of klik hier, dan bel ik jou.