Wat doe jij met je pensioen in eigen beheer?
Bouw jij pensioen op in je eigen B.V., of heb je dat een tijdje gedaan? Dan heb je vast gelezen over plannen om pensioen in eigen beheer te schaffen. De wetgeving over de afschaffing is in december 2016 uitgesteld, maar tenslotte 8 maart 2017 toch aangenomen. Wil je weten wat de gevolgen zijn voor jou? Lees dan verder. Deze informatie is ook interessant als je getrouwd bent (geweest) met iemand die in een eigen B.V. pensioen opbouwt(de).
Opbouw van pensioen in eigen beheer is vanaf 1 april 2017 niet meer mogelijk. Jij als directeur-grootaandeelhouder (verder: dga) kan op vier manieren omgaan met het opgebouwde pensioen:
1 – Afkopen tegen fiscale waarde
Bij deze optie wordt de pensioenaanspraak eerst afgestempeld tot het bedrag van de fiscale voorziening. Dit gebeurt zonder heffing van loonbelasting, revisierente en vennootschapsbelasting.
Het resterende pensioen, de fiscale waarde, koop je af. Je betaalt er loonheffing over en krijgt daarbij korting: in 2017 34,5%, in 2018 25% en in 2019 19,5%. Na 2019 kan je niet meer voor deze optie kiezen.
Feitelijk worden je pensioenaanspraken (en ook die van je partner) omgezet in een vordering van jou op de B.V. Je hebt daarom schriftelijke toestemming van je partner nodig voor je tot afkoop kunt besluiten. Partners hebben hierin verschillende belangen!
2 – Omzetten in een oudedagsverplichting
Ook bij deze optie vindt eerst onbelaste reductie naar fiscale waarde plaats. Bij het bedrag dat overblijft komt een jaarlijkse oprenting. Het potje dat zo ontstaat wordt in 20 jaar uitgekeerd. Bij uitkering betaal je belasting. Het spaarbedrag kan ook worden gebruikt om elders een lijfrente te kopen.
De rechten op oudedags- en nabestaandenpensioen verdwijnen, er komt een verplichte uitkering van 20 jaar voor in de plaats. Bij overlijden gaan de resterende termijnen van die oudedagsverplichting over naar je erfgenamen. Er verandert veel, ook voor je partner. Wel logisch dus, dat je ook voor deze optie de schriftelijke toestemming van je partner nodig hebt.
Je hebt tot en met 2019 de tijd om de omzetting in een oudedagsverplichting te regelen. Deze optie zal naar verwachting door veel dga’s gekozen worden omdat er bij de omzetting geen belasting hoeft te worden betaald.
3 – Omzetten in een oudedagsverplichting en vervolgens in 2017, 2018 of 2019 toch afkopen
Een mooie optie als je onverwacht toch over voldoende liquiditeiten beschikt om de loonheffing over de afkoopsom te betalen.
4 – Niets doen
Je houdt recht op hetzelfde pensioen als je voor 1 april 2017 had. Het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de voorziening in de B.V. blijft bestaan, dus ook de problemen bij dividenduitkeringen (dividendklem).
Actie nodig voor 1 juli 2017
Je hebt tot en met 2019 de tijd om te kiezen, maar als je snel bent kan je belasting besparen. Dat komt doordat de reductie bij afkoop elk jaar lager wordt. Maar er is meer: ook al bouw je na 1 april 2017 geen pensioen meer op, het pensioen rent wel op, waardoor je bij een late afkoop meer belasting moet betalen dan wanneer je snel bent. Neem je partner daarom direct mee in het besluitvormingsproces!
Wat je ook kiest, je moet sowieso voor 1 juli 2017 regelen dat je pensioen premievrij wordt gemaakt. Het stoppen van de pensioenopbouw moet worden afgesproken in de aandeelhoudersvergadering en worden vastgelegd in je pensioenbrief. Pas op: als je dit niet (goed) regelt wordt de hele pensioenaanspraak ineens belast.
Als je een extern (deel van je) pensioen naar je B.V. wilt laten overdragen moet je dit ook voor 1 juli 2017 in gang zetten.